geschiedde, i. geschied (1 gebeuren, voorvallen; 2 ten deel vallen, overkomen; 3 gedaan worden);
1. dat alles is geschied; het geschiedde in die dagen;
2. u zal barmhartigheid geschieden;
3. Uw wil geschiede.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
geschiedde, i. geschied (1 gebeuren, voorvallen; 2 ten deel vallen, overkomen; 3 gedaan worden);
1. dat alles is geschied; het geschiedde in die dagen;
2. u zal barmhartigheid geschieden;
3. Uw wil geschiede.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: