bn. (1 van munten: geschikt voor de omloop; 2 van waren: gewild, gevraagd; 3 van toegangskaarten, zegswijzen: geldig, geijkt, deugdelijk; 4 van meningen: in zwang):
1. gangbare munt, koers hebbend; gangbaar zijn;
2. een gangbaar artikel;
3. een gangbare uitdrukking, gebruikelijke;
4. een gangbaar denkbeeld.