v. -en, galerijtje (Lat. galeria, Fr. galerie: 1 zuilenloopgang; lange, overdekte, door zuilen ondersteunde gang rondom een gebouw; O.-I. verandah, open hal; 2 mijngang; 3 schilderij- of kunstzaak, 4 in de schouwburg de bovenste en goedkope plaatsen):
1. om de markt was een lage een galerij om de vestibule;
2. in een mijnenstelsel is een galerij in engere zin een secundaire weg, in de regel in de laag; een hellende galerij, een grondgalerij; verg. gang 2. 1; 3. de Nationale galerij te Londen;
4. op galerij zitten; de galerij was luidruchtig, het publiek ald.