Gepubliceerd op 11-11-2021

bezoeken

betekenis & definitie

onr. ww. bezocht, h. bezocht (1 naar een plaats gaan [om de merkwaardigheden te zien, voor zaken enz.]; 2 iem. een bezoek brengen [uit beleefdheid, als geneesheer, uit medelijden enz.]; 3 beproeven):

1. een museum, vreemde landen, herbergen bezoeken; de school bezoeken, de lessen volgen;
2. een vriend, een zieke bezoeken;
3. God heeft ons zwaar bezocht; hij wordt bezocht met ziekten.

< >