Gepubliceerd op 11-11-2021

bezoek

betekenis & definitie

o. bezoeken (1 de daad van bezoeken; 2 visite, beleefdheidsbezoek; 3 de personen, die bezoeken):

1. een bezoek aan de stad; België: rechtst. bezoek ter plaats, op de plaats v. e. misdaad;
2. een bezoek afleggen, brengen, beantwoorden;
3. daar is bezoek (of: hij heeft bezoek); hij ontvangt geen bezoek.

< >