Gepubliceerd op 11-11-2021

bezig

betekenis & definitie

bn., bw. (1 werkzaam, bedrijvig; 2 onledig met, werkende aan):

1. hij is de hele dag bezig; bezige mensen; is hij weer bezig;
2. zich bezig houden met; bezig met een nieuwe uitgave; aan iets bezig zijn; iem. bezig houden, a) iem. in beslag nemen, b) zijn aandacht vergen.

< >