Een metronoom (Gr. metron, maat) is een apparaat om het muzikale tempo vast te stellen met de maat of de tel als uitgangspunt. De notatie 'één kwart = 60' betekent: 60 kwartnoten per minuut. Waarschijnlijk in 1812 uitgevonden door Diederich Nikolaus Winkel, maar in 1815 gepatenteerd door Johann Nepomuk Maelzel.
De metronoom stuitte bij componisten op een flinke dosis scepsis. Zo bekende Brahms: 'ik heb nooit geloofd dat mijn bloed en een mechanisch instrument goed samen zouden gaan.' In de 20ste eeuw werd daar vaak anders over gedacht. Incidenteel dook de metronoom bovendien op als muziekinstrument, bijvoorbeeld in Ravels L'heure espagnole (1909) en in Ligeti's Poème symphonique (1962) voor 100 metronomen.