Henryk Wieniawski (Lublin 1835-Moskou 1880). Poolse componist en vioolvirtuoos. Slavische kleuring en romantische verbeelding geven zijn virtuoze vioolmuziek een persoonlijk karakter.
Op zijn achtste kwam hij in de beroemde vioolklas van de Parijse pedagoog Massart, en al op zijn zestiende begon het zware bestaan van de 19e-eeuwse reizende virtuoos; in de eerste jaren had hij daarbij gelukkig pianistisch gezelschap van zijn broer Józef. Van 1860 tot 1872 was St. Petersburg zijn vaste stek: hij was er soloviolist van de tsaar, en had als conservatorium docent een invloed die tot ver in de 20e eeuw zou reiken (de typische stevige 'Ru ssische' stokvoering stamt van hem). In 1872 kreeg de reislust hem weer te pakken; in Noord-Amerika trad hij binnen acht maanden 250 keer op! Een ernstige hartkwaal -min of meer verloochenend= gaf Wieniawski delaatste jaren van zijn leven zijn meest bevlogen vertolkingen, het publiek met zijn bijna bezeten spel 'in hypnotische trance' brengend ('Il faut risquer', staat met rood potlood in een van zijn partituren.) Tijdens zijn laatste Europese optreden, op 11 november 1878 in Berlijn, stortte hij halverwege de uitvoering van zijn Tweede vioolconcert in en moest van het podium worden weggedragen. De bezielde musicus stierf, door vrienden omringd, op het landgoed van Tsjaikovski's beschermvrouwe Nadezjda von Meck.
Wieniawski's muziek getuigt op superieure wijze van een muzikaal klimaat dat rond 1900 is verdwenen. Componeren voor het eigen instrument behoorde tot het vaste 'handwerk' van de virtuoos; deze muziek was veelal gemakkelijk aansprekend sentimenteel en uiterlijk briljant. Wieniawski wortelt in die praktijk, maar de sfeer van salonmuziek die je erin proeft is uitgegroeid tot tijdloze dramatiek (de Romance uit het Tweede vioolconcert!), de 'makkelijke deun' tot iets wat zich in het geheugen etst ( Scherzo-tarante lle ). Zo werd zijn meesterwerk, het Tweede vioolconcert, één van de grote 19e-eeuwse vioolconcerten. Een ongepolijst folkloristische mazurka als Le ménétrier verraadt de landgenoot van Chopin. Achter de zeer geliefde Légende schuilt geen legende, maar een waar verhaal: als jongeman van 24 wilde Wieniawski trouwen met een meisje wier vader daar niets in zag . Wieniawski trok zich in wanhoop op zijn kamer terug, schreef de Légende, en nodigde vader en dochter uit voor zijn concert van de dag daarna.Toen de vader zag dat de muziek zijn dochter tot tranen roerde, zwichtte hij:'Alleen echte liefde kan zichzelf in zo'n geïnspireerde zang uiten... Noemt u zich alstublieft onze zoon.'
Oeuvre
Ca. 24 werken voor viool: o.a. 2 concerten, mazurka 's, polonaises, fantasieën, caprices voor soloviool.