Antonio Vivaldi (Venetië 1678-Wenen 1741) was een Italiaanse componist en vioolvirtuoos uit de barok. Vivaldi was van belang door zijn ontwikkeling van een virtuoze en expressieve vioolspeeltechniek en de contrastrijke opzet van sonates en concerten, de toonaangevende genres van instrumentale muziek in de barok.
Hij leerde het vak van zijn vader, violist in het orkest van de San Marco, en mogelijk van Giovanni Legrenzi. In 1703 werd hij tot priester gewijd en vanwege zijn rode haar noemde men hem 'il prete rosso' ('de rode priester'). In hetzelfde jaar werd hijviooldocent, dirigent en later ook huiscomponist van het Ospedale della Pietà in Venetië, een weeshuis voor meisjes dat dienst deed als conservatorium. De verhalen over Vivaldi's meeslepende vioolspel bereikten alle uithoeken van Europa. Een toeristische stadsgids uit 1713 prees zijn vioolspel zelfs aan bij bezoekers van de stad. Velen togen naar de oude handelsstad om les te nemen bij dit fenomeen en voor duur geld zijn muziekmanuscripten mee naar huis te nemen. Voor vrijwel alle destijds bestaande instrumenten heeft Vivaldi sonates en concerten geschreven, het grootste gedeelte speciaal voor het Pietà. Het orkest van het weeshuis werd onder zijn leiding een van de toporkesten van Eu ropa.'Alleen hier hoor je die precisie en gelijkheid bij de strijkers, die ten onrechte zo geprezen wordt bij het orkest van de Opéra in Parijs', oordeelde de Fransman Charles de Brosses.
Vermoedelijk reisde Vivaldi in 1725 naar Amsterdam waar muziekuitgever Roger-Le Cène de eerste uitgaven van zijn muziek verzorgde. Vandaar verspreidde zich zijn muziek naar Weimar, Dresden, Hamburg, Berlijn en Londen en ontstond er een ware Europese Vivaldi-mode. Op uitnodiging van keizer Karel VI reisde de componist naar Wenen en Praag, waar tussen 1730 en 1732 vijf van zijn opera's werden opgevoerd. Tot 1713 schreef Vivaldi uitsluitend instrumentale muziek en daarna ook opera's, met een gemiddelde van twee per jaar. Hij ontwikkelde onder invloed van Torelli en Albinoni het standaardmodel voor het concert in drie delen. De delen zijn gebaseerd op korte pregnante motieven en maken gebruik van de ritornel-techniek: steeds terugkerende orkestrefreinen die spannend afwisselen met de sologedeelten. Deze techniek was richtinggevend voor Händel, Telemann en Ba ch, die later allen naar Vivaldi's model werkten . Voorbeelden zijn de Concerti grossi op. 12 van Händel en de zes Brandenburgse concerten van Bach. Vivaldi's heftige stijl zorgde in heel Europa voor opschudding. Volgens tijdgenoten zouden veel vrouwen 'in tranen en snikken zijn uitgebarsten en in extase zijn geraakt.'Toen in de jaren '20 van de 20e eeuw Vivaldi's muziek weer onder het stof vandaan kwam, werd duidelijk dat de muziekhistorie er zonder hem heel anders zou hebben uitgezien.
Oeuvre
40 opera's en opera-aktes; 60 geestelijke vocale werken; 5 oratoria; 50 wereldlijke cantates; 100 sonates; ca. 600 concerten, waarvan ca.300 voor één solist en ca. 300 voor meerdere solo-instrumenten.