Antonio Francisco Javier José Soler (Olot 1729-El Escorial 1783) was een Catalaanse componist en organist, ook werkzaam als monnik, priester, theoreticus, wiskundige en docent. Hij werd vooral bekend door zijn instrumentale muziek, in het bijzonder zijn klaviersonates.
Op zesjarige leeftijd ging Soler naar de kloosterschool van Montserrat waar hij zich ontwikkelde tot een bekwaam organist. In 1752 werd hij, inmiddels priester, aangesteld als vaste organist in El Escorial en enkele jaren later als kapelmeester, een functie die hij vervulde tot aan zijn dood. Daarnaast gebruikte hij alle vrije tijd om te componeren. Soler sliep weinig en had een kleine tafel zodat hij zelfs kon componeren wanneer hij in bed lag. Hij volgde compositielessen bij de beroemde José Nebra, componist en organist van de koninklijke kapel. Ook was hij bekend met het oeuvre van de in die tijd populaire Domenico Scarlatti. Solers talrijke sonates voor een toetseninstrument tonen invloeden van Scarlatti, maar ze zijn nog onconventioneler en bevatten ook elementen uit de Spaanse traditionele muziek. De componist droeg veel sonates op aan een van zijn leerlingen, de getalenteerde zoon van koning Carlos III. De veelzijdige Soler schreef daarnaast theoretische werken, soms controversieel. Met name Llave de la modulación ('Sleutel van de modulatie') zorgde voor discussies tussen hem en andere componisten. De meeste vocale werken schreef Soler voor kerkdiensten, waaronder veel villancico's (een soort Spaanse kerkcantate) voor grote feestdagen.
Oeuvre
10 missen; 132 villancico's en andere traditionele vocale werken; 120 klaviersonates en wat andere werken voor een toetseninstrument; 6 kwintetten voor toetseninstrument en strijkkwartet; 6 concerten voor twee orgels en enkele liturgische werken voor orgel; ca. 5 theoretische geschriften.