Klassiek handwoordenboekje

M.J Koenen en dr. Van Anrooy (1920)

Gepubliceerd op 18-03-2024

Hermod.

betekenis & definitie

(of Hermodur), een zoon van Odin; hij is de bode des hemels en wordt naar Hella gezonden om Hela te bewegen Balder den terugtocht naar Asengard toe te staan. Op Sleipnir, het moedig ros van Odin, het paard met acht beenen, rent hij negen dagen en nachten tot aan den hoek, waar hij de brug bereikt over den Hellavloed (Giöll) geslagen; hier houdt de reuzin Modgudur, die altijd de goden tegenwerkt de wacht. „Zeg mij”, vraagt ze, „wat gij hier doet ter hellevaart?” „Ik zoek Balder”, is zijn antwoord, „hebt gij hem niet gezien?” Ze wijst hem den weg naar Mimir’s bron, en op dien weg grimmelt het van slangen en wolven, van nachtuilen en vledermuizen.

Eindelijk hoort Hermod het ruischen der bron en het jammeren der geesten in het droevige gewest Nevelheim, aan den ingang van Hella en staat hij voor de ijzeren traliën-poort, Helgrindun, welke de dooden afsluit van de levenden. De afschuwelijke slang Nidhögur blaast hem tegen, en de helhond Garmir springt verwoed op, zijn zware keten schuurt langs de ijzeren deuren. Hermod geeft Sleipnir de sporen, en met één sprong is Odins ros over de poort der hel heen. Hermod omhelst zijn broeder Balder, weent aan zijn hals en kan niet van hem scheiden. Maar geen geschenken van barnsteen, geen tranen of beloften kunnen de stroeve Hela verbidden om Balder terug te geven, en de bode keert treurend langs Mimir’s bron naar Asengard terug; zie verder Balder.

< >