Kerken Maastricht

Jac. van Term (1979)

Gepubliceerd op 05-02-2024

H. Lambertus

betekenis & definitie

Waar zich, als een kathedraal, bovenaan de Hertogsingel, de Brusselsestraat en de Statensingel de Sint Lambertuskerk verheft, was in de dagen van haar bouw ’de wereld mèt tuute touwgeplak’. Daar, voorbij het Koningin Emmaplein waarop het verkeer tegenwoordig als een mallemolen ronddraait, eindigde destijds de stad.

Daar werd, in later jaren, de parochie van Sint Lambertus de volkrijkste en een der actiefste van heel Maastricht. En werd de bouw der kerk het begin van de uitbreiding ’boete de Brusselsepoort’.De Sint Lambertuskerk was ook Maastrichts eerste kerk die, tijdens de Eerste Wereldoorlog, buiten de stadswallen van 1300 werd gebouwd. En het feit dat de kerk in tijden van schaarste werd opgetrokken heeft zich later, helaas, meermalen gewroken. In 1930 al werd verteld dat het kerkgebouw op instorten stond. In het begin van 1976 moest de Sint Lambertus echt, voor twee jaar, gesloten worden. De fundamenten waren aan het verzakken waardoor de gewelven rond de hoofdkoepel waren gaan scheuren. Ze werden verwijderd en de plafonds werden opgehangen aan een speciaal ontworpen staalconstructie zodat de kerk in die dagen één woud van steigers was.

Het dak moest, eveneens, vernieuwd worden. Hetgeen, alles bij elkaar, op ruim één miljoen gulden neerkwam waarvan de parochie zelf drie ton op tafel diende te leggen.

In het voorjaar van 1978 was het, gelukkig, zover. Op de 15de april werd vanuit de Sint Servaaskerk, in plechtige stoet, het borstbeeld van de H. Lambertus naar zijn eigen kerk teruggedragen. De enige Maastrichtenaar, Sint Lambertus, die ooit echt heilig is verklaard en aan wie, bij de consecratie van de kerk in september 1929 door mgr. L. Schrijnen, de kerk officieel werd toegewijd.

Dat was niet minder dan dertien jaar nadat, op 24 december 1916, bouwpastoor M. Souren het kerkgebouw al had kunnen inzegenen en in gebruik nemen. De oorlog was de oorzaak van deze vertraging zoals ook de bouw zelf, zoals reeds gezegd, daaronder te lijden had.

In 1910 had mgr. J. H. Drehmanns de Sint Lambertusparochie in het leven geroepen - door een deel van de moederkerk van Sint Servaas hiervoor af te scheiden - en kreeg aalmoezenier van de arbeid Souren de opdracht om voor de nieuwe parochie ook een kerk op te richten. Het Emmaplein was er toen al, sinds 1903. Straten, echter, als de Pastoor Habetsstraat, de Sint Odastraat en de Victor de Stuersstraat nog lang niet. Landbouwers en arbeiders uit de jonge parochie egaliseerden met de schop het vroegere vestingterrein waarop de kerk zou komen te staan.

Op 15 augustus 1911 werd de hulpkerk - ontworpen door W. Sprenger - in gebruik gesteld door stadsdeken Menten die toen ook pastoor Souren installeerde. En in 1913 kon aannemer W. Erven beginnen met de funderingen van de kerk. Waarvoor architect J. H.

H. van Groenendael uit Den Bosch het ontwerp had gemaakt in de vorm van een Byzantijns kruis, op te trekken uit Kunrader steen voor de buitenkanten en mergel voor de binnenwanden. Hij had de bouw op f 102.000,— begroot. Dat was te veel, vond het kerkbestuur, en daarom werd besloten de twee torens later te bouwen.

Mgr. dr. Menten legde op 3 mei 1914 de eerste steen. Drie maanden erna brak de Eerste Wereldoorlog uit. De bouwmaterialen werden alsmaar schaarser en slechter van kwaliteit. Gelukkig, echter, dat gebruik kon worden gemaakt van hardstenen onderdelen van vestingrestanten die bij de traptreden van de entrees nog steeds te herkennen zijn. De grote toegangsdeuren werden vervaardigd van tropisch hout afkomstig van een noodbrug die de Duitsers bij Visé over de Maas hadden geslagen en die door een definitieve brug werd vervangen. Het hout dreef de Maas af en werd op Sint Pieter opgevist ter hoogte van waar, volgens de overlevering, het lijk van Sint Lambertus na diens marteldood te Luik zou zijn aangespoeld.

De oorlog, echter, stagneerde de kerkbouw niet of nauwelijks. Als, in 1914, in Maastricht - en wel aan de Brusselsestraat - de eerste bom valt, wordt net de eerste ring voor de koepel geplaatst. Toen de kerk, tenslotte, werd geconsacreerd was bouwpastoor Souren reeds lang naar Weert vertrokken. En had Sint Lambertus al twee opvolgers begroet in de personen van de pastoors Jos van Aken, die in 1922 op pas 55-jarige leeftijd overleed, en R. de Guasco, die onder andere, in 1924, door de firma Eijsbouts uit Asten drie klokken liet gieten.

Een kerk met zulk een koepel - door vier zware granieten pilasters gedragen - als door Van Groenendael verwezenlijkt vormde in het zo vertrouwd geworden torensilhouet der stad een volkomen nieuw en uniek element. Doch diezelfde koepel zou de komende pastoors van de Sint Lambertus nog veel kop- en financiële zorgen kosten.

Pastoor J. Ingendael werd als eerste, in de jaren dertig dan, geconfronteerd met het loslaten van het pleisterwerk. Oudparochiaan ir. De Ras - die in Delft had gestudeerd en in Brazilië priester was geworden - kwam juist in die dagen in de Sint Lambertus zijn eerste plechtige H. Mis opdragen. Hij kreeg, meteen, de opdracht de kerk te repareren.

En had het ontwerp ervoor net gereed toen hij, in 1940, op 39-jarige leeftijd stierf. Zijn plan de mergelbogen van het priesterkoor te stutten met tonbogen werd alsnog gerealiseerd. Waarmee de kerk, voorlopig althans, was gered.

Sint Lambertus’ volgende pastoors hebben zich, vooralsnog, behalve met de dagelijkse zielzorg voor hun groeiende parochiegemeenschap, gelukkig ook om plezieriger en meer artistieke zaken kunnen bekommeren. Het was, vooral, de ’kunstpaus van Limburg’ Leo Linssen - in 1938 pastoor van de Sint Lambertus geworden - die het sterkst zijn kunstzinnige stempel op het kerkgebouw drukte. Hij liet de Maastrichtenaar Wim van Hoorn twaalf beelden uit Franse balzac steen kappen voor de ingangspartij die, gedurende de oorlog, zo lang in de Sint Pietersberg werden opgeborgen. Hij liet Jan Grégoire de kruiswegstaties voltooien. Plaatste drie grote ramen van Henri Jonas en herplaatste de vier ramen van Joep Nicolas - de vier Evangelisten voorstellende - die zijn vroegere voorganger De Guasco, in 1925, had laten verwijderen omdat deze de ramen ’te donker’ vond. Hij liet de Franse Benedictijner broeder François Mes de gewelven veelkleurig beschilderen als een voortzetting, als het ware, van de middeleeuwse traditie der ’biblia pauperum’.

Kerkschilderingen en gebrandschilderde ramen stelden, in de kathedralen der middeleeuwen, de christelijke leer aanschouwelijk voor aan de eenvoudige gelovigen. François Mes beeldde in de Lambertus, onder andere, het scheppingsverhaal uit, de gevolgen van de zonde van Adam en Eva, de blijde boodschap aan Maria, de verheerlijking der engelen in de hemel en taferelen uit het leven van de H. Lambertus.

Onder Pastoor Linssen kreeg de kerk ook de kostbare reliekschrijn van Sint Lambertus, vervaardigd door de gebroeders Brom uit Utrecht. Gul en edelmoedig hadden de parochianen goud, zilver en edelstenen voor het borstbeeld gegeven om een zo waardig en kunstvol mogelijk schrijn te verkrijgen voor het reliek van de kerkpatroon. Dat, op zondag 18 september 1938, op initiatief van de Stichting Het Graf van Sint Servaas door tweeduizend Maastrichtenaren in twee extra treinen in triomf vanuit Luik naar Maastricht was binnengehaald. Het borstbeeld kon zich, op datzelfde ogenblik eigenlijk, reeds scharen in de stoet van historische beeltenissen waaraan de Maastrichtenaar in de loop der eeuwen zoveel waarde en geloof waren gaan hechten: de buste van Sint Servaas, het genadebeeld van de Sterre der Zee en de Zwarte Christus van Wyck.

Pastoor J. Geurts, die pastoor H. Ramaekers in 1953 opvolgde, zette zich vooral in voor een actievere beleving van de misviering. Hij ijverde voor een aanpassing van het interieur aan de nieuwe liturgieviering en, eveneens, voor vernieuwing en noodzakelijk herstel van het kerkgebouw. In 1966 werd het priesterkoor vergroot waarop een nieuwe natuurstenen offertafel werd geplaatst terwijl de kapel werd verfraaid waarin het reliekschrijn van de parochiepatroon staat opgesteld.

Mgr. Joseph Heusschen, hulpbisschop van Luik, kwam op de feestdag van Sint Lambertus het nieuwe altaar inzegenen. Pastoor Geurts zorgde, bovendien, voor drie nieuwe luidklokken in plaats van de uit 1924 daterende en door de bezetters geroofde klokken.

Pastoor L. Dirix, tenslotte, kreeg met zijn kerkbestuur in de jaren zeventig de ingrijpendste en duurste ingreep in het zestigjarige bestaan van de Sint Lambertuskerk te verwerken. Om het kostbare herstel te bekostigen werden allerlei acties op touw gezet waarvoor zich, in het bijzonder, een actiecomité met hart en ziel inzette. Hieruit resulteerde ook het plan een fotoboek uit te geven over de kerken van Maastricht. De restauratie is, intussen, alweer voltooid als dit boek verschijnt. Maar het wil, alsnog, daaraan herinneren en daartoe een steentje bijdragen.

< >