Kerken Maastricht

Jac. van Term (1979)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Grauwzusterskapel

betekenis & definitie

(Natuurhistorisch Museum)

Vanaf het lommerrijke De Bosquetplein - in het hart van Maastrichts quartier latin - leidt een taps toelopend keienstraatje naar de entree van het Natuurhistorisch Museum. Aan de rechterkant geflankeerd door de nieuwe vleugel die verrees bij de jongste renovatie in de jaren 1976 en 1977. Ter linkerzijde strekt zich een bescheiden bouwwerkje uit. Dat, bij nader inzien, het expositiezaaltje van het museum blijkt te herbergen maar waarin, zeker van buitenaf bekeken, duidelijk de trekken van een kapel herkenbaar zijn. Aan welke bestemming, tot voor kort, alleen nog een stenen wijwatersvat herinnerde. Helaas is dit allerlaatste souvenir aan de dagen dat de Grauwzusters er haar klooster met kapel - het Sint Elisabethsdal genaamd - hadden spoorloos verdwenen.

Over de oorspronkelijke inrichting en aankleding van de kapel is niets bekend. Van de vijf vensters aan de zuidzijde zijn er drie dichtgemetseld. Die aan de noordkant zijn nog alle vier open. In de oostelijke wand geeft een deur toegang tot wat waarschijnlijk de sacristie is geweest, daterend uit de 19de eeuw. Via een, al langer toegemetselde, zijingang was de kapel bereikbaar voor bezoekers van buitenaf. De sluitsteen met het jaartal 1705 boven de tegenwoordige entree tot het museum moet van die vroegere ingang afkomstig zijn.

De Grauwzusters, zoals de Zusters van de H. Elisabeth van Thuringen in de wandeling heten, hebben in Nederland geen enkel klooster meer. In tegenstelling tot in België waar zij nog talrijke kloosters bezitten. Het was ook uit het Grauwzustersklooster te Hasselt dat, in 1664, de stedelijke magistraat van Maastricht een aantal zusters liet komen om de slachtoffers van de pest te verplegen. In 1672 brak opnieuw een epidemie uit en weer vroeg de stad de zusters om te komen. Deze voelden er, ditmaal, evenwel niets voor.

Het stadsbestuur liet het er niet bij zitten. En riep de hulp in van Lodewijk XIV die inmiddels de stad had veroverd en die verordende dat onmiddellijk een klooster der Grauwzusters in Maastricht moest worden gesticht. Voor 7400 gulden werd, in 1673, van een zekere Hiëronymus Stas een huis aan de Jeker vlakbij de stadswal gekocht. De zusters arriveerden toen toch om ’de siecken zonder distinctie van contagieuse oft andere sieckte’ te verplegen. Al gauw was het huis Stas te klein. Er werden een paar huizen bijgekocht, ook al omdat de zusters krankzinnigen waren gaan opnemen.

In 1705 dan werd het klooster verrijkt met een kapel van ongeveer 13½ bij 5½ meter groot. Die er vandaag de dag nog staat evenals het huis Stas, met zijn schilderachtige speklagen van mergel in de gevels, en de restanten van het voormalige klooster, in welk complex dan nu het Natuurhistorisch Museum een riant en up-to-date onderdak heeft.

De Grauwzusters zijn tot 1796 in Maastricht mogen blijven. In dit beruchte jaar moesten ook zij de wijk nemen. In België, echter, mochten zij haar zegenrijke werk - het verplegen van zieken - wel voortzetten. In het klooster te Maastricht zijn nog enige tijd krankzinnigen verzorgd totdat het, in 1821, in het bezit van het Burgerlijk Armbestuur kwam. Nadat de krankzinnigen, in 1847, naar het vroegere klooster Calvariënberg waren overgebracht, kwam Sint Elisabethsdal, tot 1854, leeg te staan. Het herbergde vijf jaar lang gebrekkige oude vrouwen en vervolgens ouder- en dakloze jongens tot 1881.

Welk Sint Vincentius-gesticht onder leiding van de Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis in datzelfde jaar werd overgeplaatst naar de Sint Pieterstraat. Waar dan tegenwoordig het moderne bejaardentehuis Molenhof is gevestigd.

Het Grauwzustersklooster is tegen het einde van de 19de eeuw nog ingericht als woningruimte voor gemeenteemployees. De kapel diende als atelier voor kunstenaars onder wie de schilder Henri Goovaerts en de beeldhouwer Frans van de Laar. Tenslotte werd, in 1919, een aanvang gemaakt met een hardnodige restauratie omdat besloten was het Natuurhistorisch Museum van de stad erin onder te brengen. Dat dan, bijna zestig jaar later, een ingrijpende renovering en uitbreiding onderging.

< >