Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Missie

betekenis & definitie

1. De taak der Kerk, het Christelijk geloof te verkondigen en te verbreiden onder de ongeloovigen (→ Bekeeringsactie). Wanneer de bekeeringsactie in niet-Christelijke landen wordt uitgeoefend, wordt zij M. genoemd. Missie in kerkrechtelijken zin, is een gebied, waar de kerkelijke hiërarchie nog niet is ingericht en hetwelk dan onder de → Romeinsche Congregatie de Propaganda Fide staat. Zie het artikel Hiërarchie der H. Kerk (2 B: de Missielanden).

In de verkondiging en verbreiding van het Christelijk geloof mag de Kerk niet gehinderd worden door de burgerlijke overheid, hetgeen b.v. gebeurt door het beruchte artikel 177 der Indische Staatsregeling („De Christen-leeraars, priesters en zendelingen moeten voorzien zijn van eene door of namens den Gouverneur-Generaal te verleenen bijzondere toelating om hun dienstwerk in eenig bepaald gedeelte van Nederlandsch-Indië te mogen verrichten. Wanneer die toelating schadelijk wordt bevonden of de voorwaarden daarvan niet worden nageleefd, kan zij door den Gouverneur-Generaal worden ingetrokken”). De afschaffing van dit principieel niet te aanvaarden en ook uit anderen hoofde laakbare artikel, is de algemeene wensch der Indische kerkvoogden.

Onder M. wordt verder verstaan de arbeid der missionarissen, het werk der geloofsverbreiding zelf, en het voorwerp en het gebied der missioneering. In den eigenlijken zin des woords zijn alleen de priesters missionarissen. Meerendeels zijn zij religieuzen of behooren zij tot congregaties van seculiere priesters.

2. Een meerdere dagen durende boeteprediking in een → parochie: de geloofsverbreiding vooral onder diegenen, die weliswaar tot de Kerk behooren, maar innerlijk daarvan vervreemd zijn door zonde of ongeloof; zie ook Missiekruis.

< >