in strikten zin, zijn de herinneringsdagen aan heilige personen en gebeurtenissen, op een vastgestelden datum en op liturgische wijze, d.w.z. met H. → Misoffer en → officie gevierd. Hun geordende opvolging vormt het → Kerkelijk jaar.
Zij worden onderscheiden in
1. feesten des Heeren, van de H. Maagd en der Heiligen;
2. → geboden, en niet-geboden;
3. algemeene (voor de geheele Kerk) en bijzondere (voor bepaalde → bisdommen of → orden);
4. bewegelijke (→ festa mobilia) en onveranderlijke (die steeds op denzelfden datum vallen).
Zij hebben een verschillende liturgische rangorde, n.l. → enkelvoudig, → halfdubbel, → dubbel (maius of minus); 1e of 2e klasse; met of zonder → vigilie of → octaaf.
Zie ook Geboden feestdag, Festa mobilia en Roerende feesten.