1. het ambt der 12 Apostelen en hun opvolgers;
2. het verspreiden van het Christelijk geloof en de bevordering van het leven naar dat geloof door onderricht en gebed. In dien zin is het A. taak van alle geestelijken, en meer of minder ook van alle geloovigen (→ leeken-apostolaat). Het A. onder de heidenen heet → Missie.