een der vele, zich „beweging” noemende, politieke partijen van Nederlandsch fascisme. Onderscheidt zich van de Duitsch georiënteerde N.S.B., doordat het zich het Ital. ➝ fascisme tot model kiest en doordat het naar eigen zeggen niet zooals de N.S.B. naar een absolutistischen machtsstaat streeft.
Dit laatste verschilpunt is misschien meer subtiel dan reëel, want volgens eigen getuigenis noemt Z. F. zich „revolutionnair-idealistisch”, het wil „orde en rechtvaardigheid”, en „stelt zich niet tevreden met een gedeelte van de staatsmacht, doch neemt daarvan 100%”.
Het wil een „autoritaire democratie in corporatieven vorm”; gewetensvrijheid wordt gewaarborgd, doch „het godsdienstig leven van het volk valt, voor zoover het zich naar buiten openbaart, binnen het staatsverband”.Intusschen erkent Z. F. „het christelijk karakter van ons volk”, hetgeen kan worden samengevat in de formule: „Eert God, bemint uw evennaaste”. „Gemeenschapsbelang gaat vóór eigenbelang”, en ➝ autarkie is een der sociaal-politieke idealen. Orgaan: Zwart Front (weekblad).
Lit.: Wat wil Z. F.? (brochure 1938).