noemt men den muntstandaard, waarbij zilver als grondslag van ’t ➝ geldstelsel is aangenomen en wel in dier voege, dat zilver vrij mag worden aangemunt en zilveren standpenningen wettig betaalmiddel zijn tot ieder bedrag.
Nederland had den zilveren standaard van 1847 tot 1875. Zie hierover ➝ Geldstelsels (kol. 506).
In België werd de zilveren standaard ingevoerd bij de wet van 28 Dec. 1850 en bleef behouden tot aan het in voege treden van de wet van 4 Juni 1861, die den dubbelen standaard invoerde in de verhouding van 1 tot 15,5, verhouding die ook de basis was van de ➝ Latijnsche Muntunie. Een aanvullende overeenkomst d.d. 5 Nov. 1878 voorziet de schorsing van het aanmunten van zilver.