Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zilver

betekenis & definitie

1° (Scheik.) Z. is chemisch gesproken een element, teeken Ag (Lat. argentum = zilver), atoomgewicht 107,88, rangnummer 47, soortelijk gewicht 10,5, smeltpunt 960,5° C, kookpunt 1 950 ° C; het staat in de eerste kolom van het ➝ periodiek systeem met koper en goud een natuurlijke familie vormend. Bij de alchemisten was z. geassocieerd met de maan (teeken ☾ ); vandaar nog benamingen als het Engelsche „lunar caustic” voor helsche steen.

In zijn chemisch gedrag steeds eenwaardig, sterk basis-vormend element. De zouten kristalliseeren goed, vele zijn onoplosbaar, vandaar het veelvuldig gebruik van zilveroplossing in de analytische chemie.

Z. komt voor: gedegen, als sulfide (➝ Zilverertsen), sulfozouten en als chloride (zie afb. 2 op de pl. t/o k. 800 in dl. XVII).Voor de winning belangrijker zijn intusschen de geringe hoeveelheden, welke men aantreft in loodglans en in eenige koper- en zinkertsen. De voornaamste leverancier is Mexico (helft der wereldproductie, welke 5 à 6 millioen kg bedraagt); dan komen de Ver. Staten, Canada, Australië en Peru. In Europa zijn Duitschland, Joego-Slavië en Spanje de eenige producenten van beteekenis.

In Ned.-Indië is z. steeds bijproduct bij de goudwinning, ofschoon als regel de hoeveelheid gewonnen z. verre die van het goud overtreft. Zoo won de mijnbouw-onderneming Simau in 1935: 90 419 ton erts, met een gemiddeld gehalte van 15,55 g goud en 206,68 g zilver per ton. De totale zilverproductie bedroeg in 1935: 21 825,809 kg bij een gemiddelden zilverprijs van 30,45 gld. per kg.

Gesch. Z. is waarsch. het oudste door menschen gebruikte metaal, al kan bij sommige volkeren goud iets eerder bekend geweest zijn. Van de vroegste tijden af, blijkens de wet van Hammoerabi, vormde z. de geldeenheid. Daarnaast werd veel z. verwerkt tot sieraden. Tot op den huidigen dag is dit vrijwel hetzelfde gebleven. Een derde van de wereldproductie gaat naar Eng.

Indië en China, waar het wordt opgepot. Een ander derde deel wordt (in de overige wereld) gemunt; de rest wordt gebruikt voor juweliersdoeleinden, in de photographische industrie, voor het maken van spiegels, voor verzilveren, voor zilversoldeer en den laatsten tijd in toenemende mate voor vaatwerk in de voedselindustrie.

2° In de ➝ heraldiek is z. een der metalen (➝ Metaal, 2°). In zwartdruk aangegeven door het vlak blanco te laten, in kleuren door zilver of wit.

< >