Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zeolieten

betekenis & definitie

(geol.), een groep waterhoudende kalksilicaten, verwant met de veldspaten, waaruit ze dikwijls ontstaan door verweering. Z. kunnen hun water verliezen, zonder dat hun vorm verandert, en het ook weer opnemen.

Men heeft gemeend, dat z. in klei voorkomen en van belang waren voor de wateropneming; dit is onjuist gebleken. Door bovengenoemde eigenschap staat de samenstelling niet geheel vast, naast calcium komen meestal aluminium en alkalimetalen voor.Z. ontstaan uit waterige oplossingen veelal bij jonge vulkanische gesteenten. Enkele voorbeelden'zijn de regulaire analciem, de rhombische of monokliene natroliet, en de monokliene stilbiet. Ze kristalliseeren in verschillende klassen, vormen gaarne tweelingen. Meestal licht van kleur, in goede kristallen of vezelige aggregaten.

Jong.

< >