(Cheloniidea) vormen een onderorde van de orde der ➝ schildpadden. Hals en kop kunnen slechts onvolkomen, de vinvormige ledematen geheel niet onder het schild ingetrokken worden; de voorste ledematen zijn veel langer dan de achterste.
Er zijn twee fam. De fam. der zeeschildpadden (Cheloniidae) bezit een hartvormig vlak gewelfd rugpantser.
De voeten gelijken op de vinnen der robben. Zij voeden zich met zeedieren.
De soepschildpad (Chelonia mydas L.) met een pantserlengte van 1,1 m en een gewicht van 450 kg, bewoont alle tropische en subtropische zeeën en wordt om zijn vleesch gejaagd. Meestal donker bruingroen met geelachtige vlekken.
Eet bij voorkeur zeeplanten. De caretschildpad (Ch. imbricata L.) bewoont de tropische en subtropische zeeën.
De platen van het 60 cm lange rugschild liggen gedeeltelijk dakpansgewijs over elkaar; zij zijn op bruinen grond met gele vlammen geteekend; deze platen leveren het schildpad op. De fam. der lederschildpadden (Dermochelidae) is de eenige fam. met vrije wervels en vrije, niet met het beenpantser verbonden ribben.
Er is slechts één soort, de lederschildpad (Dermochelis coriaca L.), welke in alle tropische zeeën leeft. Hij wordt 2 m lang en 600 kg zwaar.
De kleur is een donker, lichter of geel gevlekt bruin. Keer.