Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zeeklimaat

betekenis & definitie

1° (meteorol.) zie ➝ Klimaat.

2° In de geneesk. verstaat men onder z. de atmosfeer van een strook grond van gemiddeld 200 à 300 meter breedte langs de Westkant van het Europeesche continent. Vele eigenschappen onderscheiden dit z. van het landklimaat: bacterie-vrijheid der lucht, de ozonrijkdom en de relatief grootere hoeveelheid ultravioletlicht. Ook de aanwezigheid van stoffen in de atmosfeer, die de Franschen samenvatten onder de benaming „poussière marine” (o.a. keukenzout, jood- en broomverbindingen), alsmede de onbestendigheid der klimatologische verhoudingen zijn voor bepaalde zieken heilzame factoren. Het zeeklimaat oefent een prikkelende werking op het organisme uit en is daarom aangewezen bij ziekten, die haar oorzaak vinden in een slechte stofwisseling of in een gebrekkige functie van de huid. Voor lijders aan been-, gewrichts-, klier- en buiktuberculose is dit klimaat aangewezen, evenals voor kinderen met chronisch eetlustgebrek. Voor longlijders is het zeeklimaat meestal te ruw. De zieken moeten langzaam aan het klimaat gewend raken en daarna intensief aan de werking ervan blootgesteld worden; men ziet dan al heel spoedig den eetlust toenemen en het lijdende uiterlijk der zieken ten goede veranderen; de huid wordt stram en stevig en het beenderenstelsel wordt kalkrijker. Van de Europ. landen wordt in Frankrijk het intensiefst van de heilzame werking van het zeeklimaat gebruik gemaakt. Zie ook ➝ Klimaat; Klimatotherapie.
v. Haeff.

< >