Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zeeflora

betekenis & definitie

Deze omvat de planten, die in het zeewater groeien. Behalve een 25 soorten van enkele geslachten van de fam. der waterkaarden en fonteinkruiden (in onze streken: ➝ zeegras), behooren tot de z. de vertegenwoordigers van de verschillende klassen van wieren (roodwieren, bruinwieren en sommige groenwieren).

De roodwieren komen voor op de grootste diepte, waar planten nog kunnen groeien (60 m tot 200 à 300 m). Behalve de grootere soorten, die bij het vasteland op rotsen, steenen e.d. vastzitten, vindt men over de geheele zee in de bovenste laag het ➝ plankton, dat behalve dieren ook veel planten bevat (Diatomeeën en Peridineeën).

In de verschillende zeeën worden ook vsch. soorten aangetroffen in verband met temp., zoutgehalte enz. De z. dient (groote planten nadat zij afgestorven en halfvergaan zijn, = detritus) als voedsel voor de dieren die in de zee leven. Bouman.

< >