Duitsch wijsgeer, leider van de Badensche School van het ➝ Neo-Kantianisme. * 1848 te Potsdam. Hoogleeraar te Zürich, Freiburg, Straatsburg en Heidelberg. ♱ 1915 aldaar! W.’s indeeling der ervaringswetenschappen in ➝ nomothetische of natuurwetenschappen en ➝ idiographische of geschiedwetenschappen heeft veel opgang gemaakt.
Iedere beoordeeling der feiten veronderstelt een systeem van algemeen geldende waarden a priorij die aan alle menschelijk handelen voorafgaan; haar hoogste klassen zijn die van het ware, goede en schoone.Werken: Praludien; Geschichte u. Naturwissenschaft; Einleitung i. d. Philosophie; Das Heilige. Lit.: F. Sassen, Wijsbegeerte van onzen tijd (1938).