Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Wien

betekenis & definitie

1° Max, Duitsch natuurkundige; neef van 2°. * 25 Dec. 1866 te Koningsbergen; onderzocht alle mogelijke trillingsverschijnselen. Vond in 1902, dat de telephoon nog hoorbaar was, als de uitslag kleiner was dan 0,01 molecuuldiameter.

Vond in 1908 de zgn. bluschvonk, van groot belang voor de ontwikkeling der draadlooze telegraphie en ontdekte het naar hem genoemde spanningseffect in electrolyten.2° Wilhelm Carl Werner, Duitsch natuurkundige; nee✝ van 1°. * 13 Jan. 1864 te Gaffken, ✝ 30 Aug. 1928 te München, waar hij sinds 1920 prof. was. Vond in 1893 de bekende → verschuivingswet en verwezenlijkte o.a. met → Lummer (1895) het absolute zwarte lichaam. In 1897 bewees hij, dat kathodestralen negatief en kanaalstraten positief zijn. Onderzocht hiervan ook den aard van het uitgezonden licht en bewees (1914) met behulp van het → Stark-effect, dat een bewegend deeltje in een magneetveld een electrisch veld veroorzaakt (→ Wilson). Vond ook een → stralingswet, later door → Planck uitgebreid. Verrichtte ook hydrodynamisch werk en kreeg in 1911 den Nobelprijs. J. v. Santen.

Werken: Vorlesungen über neuere Probleme der theoretischen Physik (1913). Autobiogr.: Aus dem Leben und Wirken eines Physikers (uitgeg. in 1930).

< >