O schaamtelooze! op wien verbeeldt g’U toch

Den vlek te werpen van Uw giftig addrenspog ?

Wiens brood men eet, diens woord men spreekt

Men sluit zich vaak aan bij het standpunt van zijn patroon

Wiens brood men eet, diens woord men spreekt

Men kiest meestal partij voor de persoon van wie men afhankelijk is

Wiens brood men eet, diens woord men spreekt

Men vleit en viert degenen van wie men voordeel te verwachten heeft

wiens brood men eet, diens woord men spreekt

men geeft diegene gelijk bij wie men in dienst is, van wie men afhankelijk is.

wiens brood men eet, diens woord men spreekt

men kiest altijd de zijde van diegene waardoor men onderhouden wordt

Menigeen let er niet op wiens huis brandt, als hij zich mag warmen bij de kolen

De mens is van nature meestal ikzuchtig en denkt slechts aan eigen voordeel