(Wien),
1° de hoofdstad van het voormalige Oostenrijk (tegenwoordig de Duitsche Ostmark), aan den rechteroever van den Donau en het Donaukanaal. W., dat ca. 1 875 000 inw. telt, is verdeeld in 21 districten.
De oudste gedeelten der stad liggen op de terrassen van den Donau. De binnenstad (Bezirk I) wordt omsloten door de Donau in het Oosten en door een boogvormige straat, den zgn. Ring (4 km lang en 57 m breed). Deze is in de plaats gekomen voor de in 1857 opgeruimde vestingwerken. De Ring draagt verschillende namen: Schottenring, Ring des 12 Nov., Burg-, Opern-, Karaten-, Schubert-, Park-, en Stubenring. Buiten den Ring ligt een krans van voorsteden: de binnenste hiervan (Bezirk II-IX) strekken zich uit tot de zgn.
Gürtelstrasze, die op de plaats ligt van de in 1706 opgerichte „Linienwall”. Buiten deze Gürtelstrasze liggen de overige districten, die hun eigen oorspronkelijke namen dragen. In 1891, 1906 en 1911 zijn al deze plaatsen geannexeerd. Tusschen deze buitenste voorsteden liggen nog sectoren met weiden, bouwland en wijnbergen.
In de binnenstad zijn nog vele oude gebouwen, langs den Ring liggen de monumentale regeeringsgebouwen, theaters, enz.
Leopoldsstadt, Mariahilf en Neubau zijn de handels- en industriegedeelten. In de Z.O. districten is veel industrie, Josefstadt is een ambtenarenwijk. In Alsergrund bevinden zich de universiteit en vele ziekenhuizen, Ottakring en Hernals zijn arbeiderswijken. Aan den linker Donauoever ligt Floridsdorf, een industriewijk. Döbling met zijn vele landhuizen en villa’s ligt op den rechteroever, evenals verschillende bekende wijndorpen (Grinzing, Sievering). Langs den Donau ligt een park, de Prater, vroeger de keizerlijke dierentuin. Het middelpunt van W. vormt de Stephansplatz, vanwaar alle hoofdverkeersaderen uitstralen.
Van de bevolking is 48,9 % bij de industrie betrokken, 29,7 % bij handel en verkeer, 11 % is in overheidsdienst of in vrije beroepen, 9,6 % in huiselijken dienst en 0,9 % in land- en boschbouw; 78,7 % is Katholiek, 5,93% Prot., 1,5% Oud-Katholiek, 9,4 % Israëliet, 0,4 % behooren tot een anderen en 4,1 % niet tot een godsdienst (1934).
De voornaamste industrieën zijn: metaal, machines, kleeding, voedingsmiddelen, papier, meubels, galanterieën. Wat den handel betreft heeft W. veel invoer van voedingsmiddelen voor het groote aantal inw., verder invoer van ruwe stoffen en uitvoer van afgewerkte producten.
W. is een universiteitsstad en bezit daarmee in verband staande vele musea, bibliotheken, verzamelingen (o.a. de uitgebreide teekeningen- en etsenverzameling, afkomstig van hertog Albert van Saksen-Teschen, de Albertina genaamd) en instituten. Ten Westen van de stad ligt het prachtige Wienerwald.
Lit.: Baedeker, Österreich (1931); Darmeberg, Das neue W. (1930).
Hakewessel.
Bezienswaardigheden. Onder de uit bouwkundig opzicht merkwaardige monumenten verdienen de volgende vermelding. De Augustinerkirche van 1330-’39, een Gotische driebeukige hallenkerk. De Michaeliskirche (koor en toren Gotisch, van 1327 en 1340). De kerk S. Maria am Gestade (koor van na 1350; smal, eenbeukig, langsschip 1394-1427).
De St. Stephansdom, de hoofdkerk der stad, waarin nog resten van een oudere, Romaansche kerk ter plaatse aanwezig zijn, doch welke thans in hoofdzaak Gotisch is. Het is een drie beukige hallenkerk met sterk verhoogden middenbeuk, evenwel zonder eigen vensters. Het koor werd 1340 voltooid, de bouw van het langschip begon in 1359, de overwelving daarvan kwam eerst 1454 gereed; Zuidelijke toren 1365-1433; de in 1450 begonnen Noordelijke toren werd nooit voltooid; in 1556 is de bouw daarvan beëindigd.
De Franziscanerkirche, een Barok monument (1603), waarin nog Gotische en Renaissance-vormen herkenbaar zijn. De Dominikanerkirche (1630-70), Barok met duidelijken Italiaanschen inslag. De kerk „zu den Neun Engelschören am Hof”, een oude in 1607 Barok verbouwde kerk, met fraaie façade van 1662. Het aartsbisschoppelijk paleis (1638, Barok; Ital. invloed). De Hofburg, vnl. dateerende uit de 17e e., toen ter plaatse van het middeleeuwsche burchtcomplex een paleisbouw verrees, onder Leopold I (1657-1705), nadat reeds eerder vsch. onderdeelen waren ter hand genomen onder Ferdinand I („Schweizerhof”, 1536-’52) en Maximiliaan II en Rudolf II („Amalienhof”, 1575-1600). Later (onder de architecten Fischer von Erlach en Hildebrandt) zijn nog belangrijke elementen aan het complex toegevoegd. Verder vallen te noemen: verschillende vroeg-Barokke paleizen, o.a.
Palais Starhemberg, Palais Lobkowitz (1685-’87), Pal. Caprara (1687), Pal. Liechtenstein (1694), Pal. Daun-Kinsky (1715), enz. Het landhuis Belvedere van Prinz Eugen (arch. v. Hildebrandt).
Het slot Schönbrunn (1695-1750) met prachtig park, arch. Fischer von Erlach. Vsch. andere paleizen van Fischer von Erlach, o.a. Pal. Schwarzenberg, Pal. Trautson.
De Karlskirche, eveneens van Fischer von Erlach. Het voormalig Tuighuis (1732, arch. Anton Ospel). Langs den Ring werd een serie monumentale gebouwen opgericht, o.a. de Opera (1861-’69), het Parlement (l874-’83), het raadhuis (1872-’82), de Votivkirche (l856-’79), enz. Vele moderne woningblokken werden door het socialistische stadsbestuur na den vrede van St. Germain tot stand gebracht.
v. Embden.
Bekend zijn verder naast vsch. bibliotheken vooral de Weensche musea voor schilder- en beeldhouwkunst, die tot de rijkste der wereld behooren.
Geschiedenis. W., gelegen op het kruispunt van den belangrijken waterweg van den Donau met den dalweg Semmeringpas-Moravische Poort, bestond reeds in Romeinschen tijd onder den naam Vindobona als station voor de Donauvloot. Na de woelingen en wisselingen der vroege M. E. werd het in 1158 residentie der markgraven van Oostenrijk en in 1237 door Frederik II tot keizerlijke stad verheven, ontwikkelde zich tot centrum van handel, wetenschap en kunst en tot wereldlijke hoofdstad der Christenheid. Nadat de Turken bijna geheel Hongarije overweldigd hadden, kwam W. zeer dicht bij de Turksche grens te liggen en had van die zijde uiterst hachelijke belegeringen te doorstaan, in 1529 van Soleiman II, in 1683 van Kara Moestafa. Napoleon hield zijn intrede als overwinnaar in 1805 en in 1809; in 1848 was W. het tooneel van een bloedige revolutie om volksvrijheid; van 1897 tot 1910 stond de stad onder het bestuur van ➝ Lueger, de leider der Christel, sociale partij.
Na den Wereldoorlog vormde W., de millioenenstad, een apart bondsland van het van levensvatbaarheid verstoken Oostenrijk; de socialisten overheerschten en verwekten in 1927 een bloedigen opstand tegen de Oostenrijksche regeering. Daarna daalde hun macht; in 1934 waagden zij een nieuwen opstand, die door Dolfuss bedwongen werd. Sinds Maart 1938 behoort W., evenals geheel Oostenrijk, tot het Duitsche Rijk.
Zie ook hier beneden, sub 2° (het bisdom W.).
Weener conferenties, congressen, verdragen, enz.
1448 Concordaat van W. tusschen den Roomschkoning Frederik III en paus Nicolaus V, vooral door toedoen van kardinaal de Carvajal. Het pauselijk recht op annaten en reserves werd erkend; de bisschopskeuze zou vrij zijn, maar de gekozen candidaat moest door den paus bevestigd worden.
Lit.: Pastor, Gesch. der Papste (I 1886, 297 vlg.).
H. Wouters.
1814-’15. Congres van W. (18 Sept. 1814-9 Juni 1815). Na den Bevrijdingsoorlog (1813-’14) en troonsafstand van ➝ Napoleon I kwamen de vertegenwoordigers der Verbondenen in een conferentie te Weenen bijeen, onder het voorzitterschap van ➝ Metternich, om de nieuwe politieke verhoudingen in Europa te regelen. Buiten de vorsten van Oostenrijk Rusland, Pruisen, Denemarken, Beieren, Wurttemberg en Baden, waren o.a. volgende staatslieden aanwezig: Metternich (Oostenrijk), lord Castlereagh en Wellington (Engeland), graaf Nesselrode (Rusland), Hardenberg en von Humboldt (Pruisen) en Talleyrand (Frankrijk); de paus had eveneens een vertegenwoordiger gezonden, samen met andere Europeesche landen. Het congres was reeds voorbereid geworden gedurende den oorlog door de verdragen van Kalisch (28 Febr. 1813), Reichenbach (27 Juni 1813), Teplitz (9 Sept. 1813), Chaumont (1 Maart 1814) en door den eersten Vrede van Parijs (30 Mei 1814), waarbij voorloopige en afzonderlijke regelingen getroffen werden. Toch bleef er groote oneenigheid bij de Verbondenen heerschen en men trachtte die te verbergen door talrijke feesten, recepties en bals (Le Congrès danse). Toen echter Napoleon I uit Elba ontvlucht was (6 Maart 1815), kwam men spoedig tot een algemeen accoord en kon op 9 Juni 1815 de Weener Slotakte geteekend worden.
De grootste moeilijkheden kwamen voort uit de houding van Rusland en Pruisen, die respectievelijk het groothertogdom Warschau (Polen) en Saksen voor zich opeischten; hiertegen sloten Engeland, Oostenrijk en Frankrijk een accoord (3 Jan. 1815). Het dreigde meermaals tot een gewapende botsing te komen, toen eindelijk (25 Maart 1815) Engeland, Rusland en Pruisen tot een compromis-regeling kwamen: Rusland kreeg Polen, behalve de provincie Posen en de vestingstad Thorn, die aan Pruisen zouden blijven. De Noordelijke helft van Saksen kwam aan Pruisen, evenals Zweedsch Pommeren, Westfalen en Rijnland. Na de regeling der Poolsch-Saksische kwestie werd het volgende bepaald: Oostenrijk verzaakte aan zijn vroegere Ned. bezittingen, en verkreeg in ruil Tirol, Vorarlberg, Salzburg, de Illyrische provincies, Lombardije en Venetië, terwijl in Toscane en Modena Oostenrijksche vorsten (zgn. secundogenituren) heerschten. Frankrijk werd op de grenzen van 1792 teruggebracht; daaromheen kwamen het koninkrijk der Vereenigde Nederlanden, het neutrale Zwitserland (vergroot met de kantons Genève, Wallis en Neuchatel) en het koninkrijk Piemont-Sardinië (vergroot met het gebied van Genua) tot stand. De pauselijke staten en het Koninkrijk der beide Siciliën werden weder opgericht, evenals de kleinere Duitsche vorstendommen Hannover, Hessen-Kassel, Oldenburg en Brunswijk.
Beieren bekwam, ter vergoeding van zijn aan Oostenrijk afgestane gebieden, de Rijnpalts, Würzburg en Aschaffenburg. Frankfort a. M., Hamburg, Bremen, Lübeck werden tot vrije steden uitgeroepen. Noorwegen werd van Denemarken afgescheiden en met Zweden vereenigd. Engeland bekwam Malta, Helgoland en vsch. koloniale gebieden: de Kaap, Ceylon, Guyana en het eiland Mauritius. Langdurige onderhandelingen leidden ten slotte tot het stichten op 8 Juni 1815 van den ➝ Duitschen Bond.
Het Weener Congres heeft ook grooten invloed gehad op de ontwikkeling van het volkenrecht: regeling van de internationale scheepvaart, afschaffing van den slavenhandel, vastlegging der vormen van de diplomatieke betrekkingen in Europa. Het vestigde het systeem der vijf Groot-Mogendheden, dat met het principe der Heilige ➝ Alliantie voor lange jaren den vrede in Europa zou waarborgen.
Lit.: Akten des W. K., uitg. door J. L. Klüber (9 dln. 1815-’35); d’Angeberg, Le congrès de Vienne et les traités de 1815 (4 dln. 1864); K. Hasselmann, Der Wiener Kongress (1931). Bousse.
1819-’20 Conferentie van W. (Wiener-Ministerkonferenz), bijeengeroepen door Metternich om de Karlsbader besluiten van 1819, alle naar den geest der Restauratie en in behoudsgezinde richting, aan te vullen en de uitvoering ervan te verscherpen. Op 15 Mei 1820 kwam de zgn. Wiener Schlussakte tot stand, die 8 Juni d.a.v. door den Bondsdag tot grondwet van den Duitschen Bond werd verheven.
1834 Tweede Ministerconferentie ter bekrachtiging van de eerste.
1864 Vrede van W., besloot den oorlog door den Duitschen Bond tegen Denemarken gevoerd, en bracht de hertogdommen ➝ Sleeswijk, ➝ Holstein en Lauenburg onder de heerschappij van Oostenrijk en Pruisen.
1866 Vrede van W., 3 Oct. tusschen Italië en Oostenrijk gesloten, was eigenlijk een aanvulling van de verdragen, die reeds te Praag met Pruisen, en te Berlijn met de Zuid-Duitsche staten tot stand waren gekomen. Keizer Frans Jozef stemde er in toe, dat Venetië (na den slag bij ➝ Königgratz reeds aan Napoleon III afgestaan) met het koninkrijk Italië vereenigd werd.
Lousse.
2° Het bisdom W. ontstond rechtens in 1469, doch de feitelijke oprichting had in 1480 plaats. Het was exempt en werd aanvankelijk door administrateurs bestuurd. In 1513 kreeg het zijn eersten bisschop, die echter het Protestantisme liet binnendringen. Voor het behoud van het Kath. geloof was vooral de H. Petrus Canisius gedurende de jaren 1552-’56 werkzaam.
In 1722 werd W. tot aartsbisdom verheven met Wiener-Neustadt tot suffragaan. Daarop volgde een geleidelijke uitbreiding van het gebied. In 1785 werd de aartsbisschop van W. metropoliet over Linz en Sankt Pölten. Sinds midden vorige eeuw is aan die waardigheid het kardinalaat verbonden. Th. Heijman.
3° Dorp en landbouwmiddelpunt in N. Natal, hoofdplaats van gelijknamig district; eerste dorp in Natal gesticht door de Voortrekkers ter herinnering aan de slachting op deze plaats van 41 mannen, 56 vrouwen en 185 kinderen der Boeren en 250 kleurlingen door ca. 10 000 Zoeloes na den moord op Piet Retief (1838).
Besselaar.