Leidt men waterstof door een oplossing en langs een gedeeltelijk in deze oplossing gedompelde, met platina-zwart bedekte platina-electrode, dan neemt deze electrode een potentiaal aan, die op dezelfde wijze van de ➝ waterstofionen-concentratie afhangt als de potentiaal van een metaal-electrode afhangt van de metaalionen-concentratie. De waterstof gedraagt zich hier dus volkomen metallisch.
De potentiaal van een w. (bij een druk van 76 cm) en gedompeld in een oplossing, die één-normaal is aan waterstofionen (pH = 0) wordt als nul aangenomen (normaalwaterstofelectrode). De w. wordt veel gebruikt om in vloeistoffen de ➝ pH te meten; deze meting berust op de eigenschap, dat bij verhooging van de pH met één eenheid, de potentiaal (bij 25° C) 60 millivolt negatiever wordt.Lit.: J. M. Kolthoff, Die kolorimetr. und potentiometr. pH-Bestimmung (1932).
A. Claassen.