(Ned. recht) is de wet van 28 Dec. 1935, Stbl. 793, houdende voorschriften betreffende de hoedanigheid en de aanduiding van waren (ter vervanging van de w. van 1919). De w. verstaat onder waren in hoofd zaak eet- en drinkwaren. Zij is echter onder meer ook toepasselijk verklaard op behangsel, meubel- en gordijnstof, kinderspeelgoed, kosmetische middelen en eet- en drinkgerei. Deze wet heeft een tweeledig doel: bescherming van de volksgezondheid en wering van bedrog in den handel.
Reeds vóór de invoering van de w. van 1919 bestond in eenige gemeenten een toezicht op levensmiddelen, in het overgroote deel ontbrak dit echter geheel. Met de invoering ervan werd dit toezicht over het geheele land uniform geregeld. Steunende op deze wet is bij gemeenteverordening strafbaar gesteld het verkoopen van waren, die ondeugdelijk of schadelijk voor de gezondheid zijn of die niet voldoen aan de eischen, gesteld krachtens de w. Deze eischen zijn neergelegd in een groot aantal K.B., zooals het melkbesluit, het broodbesluit, het jambesluit, enz.
Zij hebben betrekking zoowel op de samenstelling als op de benaming, waarmee bepaalde waren moeten worden aangeduid en houden daarbij de eerlijkheid in den handel en de volksgezondheid in het oog. Het land is in 16 keuringsgebieden verdeeld; in de centrale gemeente daarvan is een keuringsdienst van waren gevestigd, die in het geheele gebied het toezicht op de naleving der wet uitoefent. Aan iederen dienst zijn keurmeesters verbonden, die van alle mogelijke waren op ongeregelde tijden monsters nemen en de winkels ter plaatse controleeren. Ook de hygiënische contrôle, bijv. van stallen, bakkerijen, enz., is een belangrijk deel van hun taak.
De werking van de keuringsdiensten is in hooge mate preventief.(Belg. recht). In België is de handel en de verkoop van waren bestemd tot voeding der menschen en der dieren onderworpen aan de wet van 4 Aug. 1890, betrekking hebbende op de vervalsching van de voedingswaren.
Deze wet geeft aan de regeering opdracht toezichtsmaatregelen te treffen met het oog op:
a) de fabricatie of de voorbereiding van dergelijke koopwaren;
b) het verbod om gevaarlijke of schadelijke stoffen te gebruiken.
Dit toezicht wordt uitgeoefend door de toezichters van de voedingswaren. Deze ambtenaren mogen o.m. stalen nemen van de producten, waarvan zij vermoeden dat ze niet aan de vereischten der hygiëne beantwoorden. In uitvoering van deze wet werden talrijke kon. besluiten getroffen, o.m. voor boter, margarine en andere vethoudende stoffen; bieren; cacao en chocolade; koffie; brood en broodmeel; kaas; oliën, bestemd ter voeding; melk; eieren; suiker; vleesch, enz.
Eveneens wordt de samenstelling, het gehalte en de benaming van de veevoeders en meststoffen door kon. besluit geregeld.
Naast dit staatstoezicht is er nog het recht van de gemeenten, krachtens het decreet van 19-22 Juli 1791, om een zeker toezicht uit te oefenen op den verkoop van voedingswaren en dranken.
In toepassing van dit decreet hebben talrijke groote gemeenten gespecialiseerde ambtenaren, die met dit toezicht zijn belast. Rondou.