Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Wambeek

betekenis & definitie

Gem. in de Belg. prov. Brabant (VI 96 B3); opp. 855 ha; ca. 1 850 inw.; landbouw. Het koor der kerk werd in de 17e e. herbouwd, dank zij de vrijgevigheid van J. Fr. de Troch, geheeten Goossens of Goes, raadsheer van keizer Leopold I, bisschop van Gurk in Kärnten en kardinaal, geboren te W. in 1610 als zoon van den baljuw van Liedekerke.

< >