Spermaceti, cetaceum, de gezuiverde vaste was, verkregen uit de kopholten van ➝ potvisschen, vnl. van Physeter macrocephalus. Bij deze zijn de holten, tusschen huid, bovenkaaks- en voorhoofdsbeen gelegen, opgevuld met een olieachtige stof, waaruit zich bij rustig staan een vast gedeelte afscheidt. Deze wordt verzameld, uitgeperst, met water uitgekookt, gesmolten en uit alcohol omgekristalliseerd, waardoor een sneeuwwitte, halfdoorschijnende, glanzende, grof kristallijne massa verkregen wordt. Smeltpunt: 43° à 47° C.
Bestanddeelen: cetylpalmitaat, C16H33OC16H31O, cetylstearaat, myristine en laurinezuur. W. wordt gebruikt in zalven en huidcrèmes.Lit.: Comm. Ned. Pharm. (II 1926).