Met een v. kan niet alleen de hoorder tot het geven van inlichtingen uitgenoodigd worden, de bedoeling kan evengoed zijn een eenigszins onzekere bevestiging, een verwondering of een bedreiging uit te drukken. Gewoonlijk lichte verandering van de woordorde (zgn. inversie) en hooge muzikale toon op het einde. Naargelang de zin een vraagwoord bevat of niet, onderscheidt men tusschen woord- en zinsvragen. Bij een disjunctieve vraag wordt tusschen twee mogelijkheden keuze gegeven (bijv.
Ga je mee of blijf je liever werken?). Op een oratorische en rhetorische vraag wordt geen antwoord verlangd (bijv. Wie zou met zulk een lof niet instemmen!). Bij een indirecte vraag, anders dan bij een directe vraag (bijv.: Komt hij ?), staat het vragend gedeelte in den bijzin (bijv.
Ik vraag me af, of hij wel komen zal).Lit.: Overdiep, Mod. Ned. Grammatica (1928). Wils.