Dit is grasland, aangelegd op bevloeide perceelen. Het bevloeien geschiedt op droge gronden voor de watervoorziening, terwijl daarnaast ook de bemesting, die het vloeiwater (door het zich daarin bevindende slib of afvalstoffen) aanbrengt, van belang is. Men onderscheidt drie stelsels van bevloeien, nl.
1° het infiltreeren, d.i. verhooging van den grondwaterstand door het opstuwen der slooten;
2° het onder water zetten d.i. bedekken met een geheel of nagenoeg geheel stilstaande waterlaag (→ Kombevloeiing) en
3° het vloeien (→ Hellingbouw en → Ruggenbouw). Dewez.