Een mengsel van aschdeeltjes en onverbrande kool (meestal cokesdeeltjes), waarmee rookgassen uit onvolledig verbrande steenkool bezwangerd zijn.
De vliegaschvanger is een toestel tot het afscheiden van vliegasch uit rookgassen met het doel, verontreiniging van de atmospheer tegen te gaan. Volkomen afscheiden is technisch onmogelijk. Onder vangstcijfer verstaat men de verhouding van gevangen stof tot de totaal in den vanger tredende stof. De zgn. natte vliegaschvanger werkt met water, hetzij doordat de stofdeeltjes door sproeiwerking bevochtigd en dus verzwaard worden, hetzij doordat ze tegen waterfilmen geslingerd en daardoor gebonden worden. Nadeel: afkoeling der rookgassen, bezwaren bij het loozen van het vuile water; constructieve moeilijkheden, doordat de vloeistof door opgenomen zwavelverbindingen corrosief is. Van de droge vliegaschvangers zijn de bekendste de → cycloon en de electrofilter.
De werking van de laatste berust hierop, dat de gassen door een sterk geladen electrisch veld geleid worden, waarin de stofdeeltjes een negatieve lading krijgen. Door geaarde neerslagselectroden worden ze vervolgens aangetrokken en op passende wijze afgevoerd.
F.v. Berckel.