Vlechtsel van biezen, stroo, touw, enz. In de ornamentiek is v. een motief, dat gebruikt wordt als band- en als vlakversiering en bestaat uit gevlochten lijnen. Het v. vindt men reeds in de bouwkunst der Klassieke Oudheid. Doch vooral in de kunst der vroegste middeleeuwen was het zeer in gebruik, o.m. in Italië (Longobardische kunst) en in geheel Noord-Europa, waar het voorkomt in de bouwkunst, zooals in Skandinavië, en in de miniatuurkunst, zooals in Ierland (→ Kells) en in onze gewesten.
V. Herck.