Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Versailles

betekenis & definitie

Hoofdstad van het dept. Seine-et-Oise; ca. 67000 inw. Bisschopszetel. Belangrijke garnizoensstad met militaire vliegvelden.

Metaalindustrie. Veel tuinbouw. Paleis Onder Lodewijk XIII werd door Leroy van 1631 tot ’34, mogelijk op de plaats van een ouder kasteeltje, een vierhoekig slot met uitspringende hoektorens gebouwd. Lodewijk XIV had een voorliefde voor dit jachtslot, dat in den loop der 17e en 18e eeuw voortdurend uitgebreid werd, onder leiding van vsch. architecten. Van dezen bracht Hardouin-Mansart den Zuidelijken (1678-’80) en den Noordelijken (1685-’89) vleugel tot stand, alsook de Spiegelzaal (1679), waar vervolgens (1679-’84) de schilder Lebrun werkzaam was, wiens schilderingen men ook elders in het paleis aantreft.

Hardouin-Mansart schiep nog de slotkapel (1699-1710), belangrijk om ruimte-behandeling. In 1682 werd het paleis door Lodewijk XIV tot zijn vaste residentie gemaakt. Voor ➝ Trianon (Groot- en Klein-), zie aldaar.Tuinaanleg De herschepping voor Lodewijk XIV van den tuin bij het paleis, het voornaamste werk van Le Nôtre, in ca. 1662 begonnen, ging met groote moeilijkheden gepaard, daar op het vlakke terrein het benoodigde water van ver aangevoerd moest worden. De geometrische aanleg is een meesterstuk van architectonischen stijl. Groote, zacht glooiende grasvlakten maken het gebruik van trappen overbodig; veelvuldige boomen-rijen doorkruisen in stervorm het geheel met zijn vele waterwerken. De eigenlijke tuin is in vele kleine vakken verdeeld; zgn. „bosquets” zijn op verschillende wijzen aangelegd. De onderdeelen zijn tot één harmonisch geheel gerangschikt; de perspectivische werking verkreeg Le Nôtre door hooge heiningen, waarachter nóg hoogere boomen, door onderbreking van de evenwijdige hoofdwegen door schuin-kruisende, door licht en schaduw in juiste verhouding te verdeden, enz. Beeldhouwwerken van Girardon, Coysevox, enz. versierden den tuin allerwegen.

De tuin bij het Grand Trianon is eenvoudiger dan die van V. en is waarschijnlijk óók van Le Nôtre, met zijn bosquets, waterwerken, enz. De eerst regelmatige tuinaanleg van het Petit Trianon moest in 1774 plaats maken voor den landschappelijken van A. Richard (waarin een gehucht bij een klein meer, een molen, een „laiterie”, enz.), later de geliefkoosde verblijfplaats van Marie Antoinette. Zie ook ➝ Frankrijk (sub Fransche tuin-architectuur).

Hendricks.

Voornaamste verdragen en vredes.

1° In 1756. Op 1 Mei werd te V. het verdedigend verbond tusschen Frankrijk en Oostenrijk gesloten, dat het zgn. ➝ Renversement des Alliances beteekende.
2° In 1783. Op 3 Sept. sloot Engeland te V. vrede met de opgestane Amerikaansche koloniën, die daarbij hun onafhankelijkheid erkend zagen.
3° In 1871. Op 26 Febr. werd hier de voorloopige vrede onderteekend, die een einde maakte aan den Fransch-Duitschen oorlog en 10 Mei d.a.v. te Frankfort in een definitieven vrede omgezet werd.
4° In 1919. Als gevolg op den wapenstilstand van Compiègne, op 11 November 1918, werd door de Geallieerde en Geassocieerde Mogendheden besloten hun afgevaardigden te zenden naar Versailles, ten einde definitieve vredesvoorwaarden op te stellen, die Duitschland verplicht zou worden te onderteekenen. De conferentie werd geopend op 18 Jan. 1919 onder voorzitterschap van Clemenceau, met als voornaamste gedelegeerden Wilson, Lloyd George en Orlando, en de politieke, militaire en economische raadgevers. Na eindelooze moeilijkheden, conflicten en breuken was het tractaat klaar op 7 Mei 1919, doch de Duitsche afgevaardigde v. Brockdorf Rantzau weigerde te onderteekenen; eerst op 28 Juni daarna werden de vredesbepalingen door H. Müller, niet zonder protest echter, aangenomen. Het verdrag van Versailles beoogde niet alleen de regeling van de hangende geschillen, gebiedsafstand, herstelbetalingen, enz., maar ook de oprichting van den Volkenbond.

Lit.: Meertalige tekst uitgegeven o.m. in 1924, en door het Carnegie Endowment for international Peace. Zeer talrijke studiën.

Cosemans.

< >