(plantk.) van twee plantendeelen komt tot stand, als deze deelen zeer dicht bij elkaar worden aangelegd, zoodat zij bij de verdere ontwikkeling aan elkaar vast komen te zitten door het uitgroeien van het weefsel, waardoor zij reeds in aanleg met elkaar in verbinding staan.
Ook is het mogelijk, dat een plantendeel, dat van een plant is losgemaakt, met een andere plant vergroeit om daarmee ten slotte één geheel uit te maken. Dit is echter alleen mogelijk, wanneer het gaat om de vergroeiing van de deelen van twee naverwante plantensoorten. In den tuinbouw maakt men hiervan gebruik bij de veredeling der planten (bij het enten, copuleeren en oculeeren).