Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Vennen

betekenis & definitie

zijn waterplassen van afwisselende diepte en omtrek, welke in groot aantal, o.a. in N. Limburg en op vele punten van Noord-Brabant, bijv. bij Oisterwijk, voorkomen. Volgens de onderzoekingen van Lorié moet hun ontstaan worden toegeschreven ofwel aan uitkolking door stroomend water, bijv. bij den eersten aanleg van onvoltooid gebleven beekloopen in den Diluvialen puinkegel, ofwel voor die vennen, die ten deele door een stuifzand-amphitheater omgeven zijn, aan uitwaaiing door den wind bij een lageren grondwaterstand. Lit.: Lorié, De v. van Oisterwijk in Noord-Brabant (in: Verh. Geol.-Mijnb.

Gen. v. Ned. en Kol. Geol. Serie, dl.

III 1916); id., De v. in het algemeen (in: Tijdschr. Ned. Dierk. Ver., dl.

XVI 1917). Hol.

< >