Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Valkenburg

betekenis & definitie

1° Gem. in Ned. Limburg aan de Geul, 10 km ten O. van Maastricht; omvat het stadje V., dat zich over de aangrenzende gemeenten uitgebreid heeft. Opp. 46 ha; 2 116 inw. (op 1 Jan. ’38), meest Kath., ruim 100 Prot. en Isr. Er zijn plannen voor uitbreiding door annexatie der gemeenten Houthem, Schin-op-Geul en Oud-Valkenburg en gedeelten der gemeenten Hulsberg en Berg-Terblijt tot ca. 2 600 ha met ca. 8 000 inw.

Hoofdbron van bestaan is vreemdelingenverkeer (hotels en pensions); ruim 60 mijnwerkers.V. is door zijn ligging en omgeving een internationaal toeristenoord met veel bezienswaardigheden: gemeentegrot, Romeinsche catacomben (→ Catacomben, kol. 123), ruïne van het kasteel De Dwingel, model steenkolenmijn, Fluweelen grot, rotspark, openluchttheater, Lourdesgrot, Wilhelminatoren, kluis op den Schaasberg, rotspartijen langs de Geul. V. heeft een Kath. en een Ned. Herv. kerk en een Isr. synagoge ; St. Ignatius-College der Duitsche Jezuïeten met sterrenwacht, scholasticaat der Paters van de H.H. Harten, klooster der Fransche Redemptoristen, St. Jozefs Instituut. Jongen.

Geschiedenis Het land van V., heerlijkheid en later graafschap ontstond uit de voogdij van Meerssen. Het oudst regeerende geslacht waren de Heeren van Heinsberg, die ook Heeren van Montjoye (→ Monschau) werden. In de 14e eeuw worden zij door de hertogen van Brabant opgevolgd en is V. een der vier Brabantsche Landen van Overmaas. Het stadje V. ontstond uit het gehucht bij den burcht V., waarna het oorspronkelijke V. den naam Oud-Valkenburg kreeg. Het werd in 1632 door de Hollandsche troepen ingenomen. Bij de splitsing in Staatsch- en SpaanschValkenburg door het Partageverdrag van 1661 werd V.

Staatsch. In het jaar 1673 werden de wallen van het stadje gesloopt. V. was eigen parochie sedert 6 Dec. 1218.

Lit.: Bachiene, Vaderl. Geographie (V, Aanhangsel tot St. Brabant, 1795); Eversen en Meulleners, V. (in: Publ. d. Lim., dl. 35, jaarb. 1899). Thewissen.

Het kasteel der heeren van V. wordt voor het eerst vermeld in 1040, is herhaaldelijk geheel of gedeeltelijk geslecht, o.a. in 1329 door de Brabanders, en weer opgebouwd. In den 80-jarigen oorlog was het afwisselend in handen van Spaanschen en Staatschen. Na 1644 gedeeltelijk gesloopt, in 1648 herbouwd en in 1672 definitief opgeblazen. Belangrijke resten zijn in de 19e eeuw nog verder tot ruïne vervallen. In 1922 werd het aangekocht door de Catacombenstichting en overgedragen aan de stichting „Kasteel van Valkenburg”. De ruïnes zijn sindsdien gerestaureerd.

Behouden bleef o.a. gedeeltelijk de wapenzaal, de kapel en fragmenten van torens. Oorspr. bewoond door de heeren van V., na 1400 door de drossaarden van dit land. v. d. Venne.

2° Gem. en dorp in de prov. Z. Holland (zie krt. → Zuid-Holland), ten W. van Leiden. Opp. 65 ha (meerendeels klei). Ca. 1 000 inw. (72 % Ned. Herv., 19 % Geref., 8 % Kath.). Middelen van bestaan zijn veeteelt en zuivelbereiding.

Bij V. zijn herhaaldelijk Romeinsche oudheden gevonden. De opgravingen van de belangrijke Rom. nederzetting bij Torenvliet zijn nog niet beëindigd. Reeds in een oorkonde van omstreeks 905 wordt melding gemaakt van de kerk te „Valcanaburg”.

< >