(handelsecon.), oorspronkelijk de N. Amerik. vorm van horizontale ➝ concentratie met de bedoeling derhalve de concurrentie tusschen de aaneengesloten ondernemingen uit te sluiten of te beperken en naar monopolie te streven. De t. was derhalve de N. Amerik. vorm van hetzelfde verschijnsel, waarvan het ➝ kartel de Europeesche vorm was.
Een belangrijk verschil is echter, dat bij de t. de financieele en bedrijfseconomische zelfstandigheid der aangesloten ondernemingen verdwijnt. Deze worden tot één samengesmolten of alle onder de controle gebracht van een organisatie, die de aandeelen der aangesloten ondernemingen bezit (holding-trust). Naast t. met monopolistisch karakter komen er tegenwoordig veel voor, die door de aaneensluiting voordeelen nastreven, gelegen in gezamenlijk beheer en financiering, en niet een monopoliepositie beoogen, Lit.: ➝ Kartel. Cobbenhagen.