Pseud. van Léon Leclère, schilder, dichter en musicus. * 8 Aug. 1874 te La Chapelle (Oise). Aan het tweede geslacht Symbolisten, tot hetwelk hij door zijn leeftijd behoort, ontleende hij slechts het vrije vers. Als schilder van portretten, stillevens en landschappen stelt hij ieder jaar ten toon in het „Salon d’Automne” en bij de „Indépendants”.
Werken: Dichtbundels (vaak exotisch van ingeving en waarin de invloed van Laforgue zich wel eens laat gelden): Schéhérazade (1903); Le Valet de Coeur (1908); Poèmes de Bohème (1913); Humoresques (1921); 1’Escarbelle d’Or (1922); Poèmes du Brugnon. Kunstcritiek: o.a. Hubert Robert et les paysagistes français du XVIIIe siècle (1913); l’Art francais depuis vingt ans: la peinture (1921); Léonard de Vinei. Composities: Chansons de ma mère 1’Oie (1906); Chansons de bonne humeur (1922). Willemyns.