(Iseut), helden van den middeleeuwschen roman van de fataliteit van den hartstocht, die alle goddelijke en menschelijke wetten breekt. Het onderwerp, van Keltischen oorsprong, werd in het Fransch behandeld vooral door den Anglonormandischen dichter Thomas (ca. 1160) en den Bretoenschen Berol (ca. 1180). In het Middelhoogduitsch door Eilhart van Oberg (na 1184); Godfried van Straatsburg (1200-’10); Ulrich van Türheim (ca. 1240) en Heinrich van Freiburg (ca. 1290). Een ur-Tristan (Fransch? Engelsch?) uit het begin der 12e eeuw is verloren gegaan, evenals de bewerking van Chrétien de Troyes.
Daaromheen nog meerdere lais en verdere romans als Folie Tristan, Moniage Tristan. In het Engelsch Sir Tristan. Wagner hervatte het thema in zijn muziekdrama met pessimistische strekking in de hooge tot in den dood getrouwe liefde. Zijn drama berust zelf op de moderne bewerkingen van Kurz en Simrock.Lit.: Voor de overvloedige lit. verwijzen we naar de literatuurgeschiedenissen, bijv. van Voretzsch, Altfr. Lit. (1925, blz. 285-287), of naar G. Ehrisman, Gesch. d. deutschen Lit. (II, 2, blz. 297 vlg.).
V. Mierlo.