(Gr. tragos = bok; ooidè = gezang; lett. bokkenzang) of treurspel, belangrijkste soort van drama; is de dramatische uitbeelding van een ➝ tragisch conflict. Een boven de middelmaat uitstekend mensch lijdt er, mede door eigen schuld, in de worsteling van zijn wil tegen een hoogere of sterkere macht de nederlaag of gaat er zelfs geheel door te gronde, physisch, moreel, maatschappelijk. Bij de toeschouwers worden volgens de oude leer medelijden en vrees of schrik erdoor opgewekt; het aesthetisch evenwicht wordt hersteld door de ➝ catharsis, de verheffende en verzoenende werking, welke van de t. uitgaat.
De geschiedenis der t. begint met de Grieksche, die zich ontwikkelde uit den Dionysoscultus; bloeitijd 6e eeuw v. Chr. Bij de Romeinen vooral Seneca. In de 16e en 17e eeuw bloeien naast elkaar het romantische volkstheater (Lope de Vega, Shakespeare) en het neoklassieke treurspel (Vondel, Corneille, Racine). Het 19e-eeuwsche realistische en naturalistische drama is niet altijd zuivert. ➝ Drama; Tragi-comedie.
Lit.: ➝ Drama ; Tragisch.