(meerv. Tories), Iersch woord, als naam het eerst gegeven aan de Kath. Ieren, die na 1640 de aanhangers van het Lange Parlement bestreden. In den partijstrijd, die zich na 1679 ontwikkelde rondom het vraagstuk van de troonopvolging in Engeland, werd de benaming toegepast op de royalistisch-legitimistische hofpartij, die voor de aanspraken van Jacob II optrad en sedertdien op al degenen, die de strenge begrippen van het absolutistische koningschap voorstonden.
Tot op onzen tijd is T. de aanduiding van conservatieve opvattingen in de Engelsche politiek. Vgl. → Whigs.Lit.: Feiling, A history of the Tory-party 1640-1714 (1924); Woods, A history of the Tory-party in the 17th and 18th centuries (1924).
v. Gorkom.