Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Tienen

betekenis & definitie

(Fr.: Tirlemont),

Stad in Belg. Brabant, ten Z.O. van Leuven (IV 432 C2); ca. 21 000 inw.; opp. 1 272 ha; suikerraffinaderijen, constructiewerkhuizen. Middelbaar onderwijs: atheneum, middelbare school voor jongens en meisjes, provinciale normaalschool, bisschoppelijk college, Kath. normaalschool. Merkwaardigheden: de Gotische O. L. Vr.-ten-Poel-kerk (13e en 14e eeuw) en pomp met O. L. Vrouwebeeld (1729); St. Germanuskerk (14e of 15e eeuw) met Romaanschen toren, koperen koorlessenaar (15e e.), predikstoel door P. Valckx; schilderijen: o.a. „Het doode Lichaam van Christus” door Nic. de Keyzer, „Christus door Judas verraden” door K. Verlat. Oude Kerk (11e of 12e eeuw), heelemaal hersteld, op het gehucht Grimde, thans ingericht tot begraafplaats van de in 1914 rond Tienen gesneuvelde Belg. soldaten. Kerkje van O. L. Vr. ten Steen (14e eeuw) te Grimde. Begijnhof, een der oudste van het land. Gasthuis en gasthuismolen (14e eeuw). Ghoos.

Lit.: L. Rock, Toerisme (jg. 1929, nrs. 21, 22, 23, 24).

Geschiedenis De villa van Thienhoven of T. (Thenis mons, Tirlemont) klimt zeker op tot de

8e eeuw. Behoorde in de 10e e. tot het graafschap Brugeron, dat met dat van Leuven vereenigd werd. Vroegtijdig omwald door den graaf van Leuven, wijl het op de grens van het Luiksche lag, werd het de vijfde stad van het hertogdom Brabant. De lakennijverheid bloeide er in de 13e en 14e eeuw. Herhaaldelijk werd het belegerd en ingenomen, door Lodewijk van Male in 1356, door Albert van Saksen (voor Maximiliaan) in 1489, in 1507, in 1582 (Staatschen), in 1635 (Staatschen en Franschen), in 1693 (Verbondenen tegen Frankrijk-Spanje). Bloeide weder op onder Maria-Teresia en vooral sinds 1830. Prims.

Daar T. in den Romeinschen tijd een belangrijke nederzetting was bij den weg van Tongeren naar Elewijt en Assche, werden op verschillende plaatsen overblijfsels gevonden van graven en gebouwen. De merkwaardigste echter zijn de 8 à 12 m hooge tumuli, ten getale van drie, gelegen buiten de stad in het gebied van het gehucht Grimde. Deze werden onderzocht in 1892 en twee er van bevatten een brandgraf met talrijke bijgaven, w.o. kostbare voorwerpen, zooals een zilveren vaasje, een gouden kokertje met inscriptie, een gouden ring en een camee gevat in een gouden montuur.

Lit.: Annales de la Soc. Archéol. d. Brux. (IX 1895 ; XII 1898 ; XXVIII 1914); Buil. d. Musées R. du Cinquantenaire (II 1902-’03); Annuaires de la Soc. Archéol. Brux. (II1891 vlg.); Toerisme (Jan. 1936). R. de Maeyer.

2° (Fr. Thiennes) Gemeente in Fransch-Vlaanderen (XI144 B3). Ca. 850 inw., Fransch sprekend. Landbouw.

< >