Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Theocratie

betekenis & definitie

(Gr., = heerschappij van God), staatsvorm, waarin God of een godheid als de onmiddellijke gezagsdrager wordt beschouwd. Het sterkste voorbeeld hiervoor: Israël vóór de koningen.

Theocritus Grieksch dichter uit de 3e eeuw v. Chr. * Ca. 305 te Syracuse (of Cos?). Met Callimachus de voornaamste vertegenwoordiger van de Alexandrijnsche dichtersschool en de grootste der Grieksche bucolici. Onder zijn naam zijn dertig, in een Dorische kunsttaal geschreven idyllen bewaard, w.o. ook herdersgedichten en een lofgedicht op Ptolemaeus Philadelphus, alsook 24 epigrammen (niet alle stukken zijn echt). Gewild naïeve, maar in den grond zeer verfijnde genrekunst; sommige stukken zijn zeer aangrijpend; de meeste zijn een brok leven in den trant van de Mimen van → Sophron. Navolgers van T. waren Moschus, Bion en Vergilius.

V. Pottelbergh.

Uitg.: d. Fritzsche-Hiller (met Duitsch comm., 31881); d. Cholmeley (met Eng. comm., 21919).

< >