Langgerekte bergrug, aan den N. rand van de Kom van Munster, loopend van het N.W. naar het Z.O. (van Osnabrück naar Paderborn). 100 km lang en 7 à 15 km breed (IX 512 B/C 2-3). Het Oostelijk deel bestaat uit Trias, terwijl bij Osnabrück Zechstein en Rotliegendes voorkomen. Er zijn verschillende parallel loopende ruggen, door inzinkingen gescheiden. Het T.
W. is tamelijk vlak met op enkele plaatsen (in het Z.O.) rotsen, o.a. den Völmerstod (468 m) en den Grotenberg (389 m), met Hermannsdenkmal ter herinnering aan den slag in het T. W. (→ Arminius). Groote gedeelten van het T.W. zijn bedekt met loofbosschen; het lage N.W. gedeelte is bedekt met heide.