(Tylenchus tritici) veroorzaakt de zgn. aaltjesgallen bij tarwe; behoort tot de Nematoden, en wel tot de fam. der Anguilluliden. De t. zijn spoelvormig, de mannetjes 2 mm en de vrouwtjes 2½ à 5 mm lang, en tasten de zich ontwikkelende bloemen aan, waardoor gallen ontstaan met een dikken wand, waarbinnen honderden aaltjes in larve-toestand leven. Het t. komt in onze streken betrekkelijk weinig voor.
v. Schendel.