van het kind in den gewonen zin van het woord bestaat vermoedelijk niet. Wat er op lijkt, kan zijn oorzaak vinden in verkeerde nabootsing (→ kromtaal); in foutieve herinnering van het eenmaal gehoorde, die soms onverwacht opduikt; in misleidende analogiewerking. Zelfs schoolkinderen zeggen nog wel: hij schrijfde, voor hij schreef; gesteeld, voor gestolen; stampleeg, naar het model van stampvol, e.d. Wel bedient de praatgrage kleuter zich soms van gloednieuwe metaphoren of metonymia’s: snorretjes voor de voelhorens van een slak, mofje voor den kruisband om een krant.
Van een eigengemaakt taaltje is echter geen sprake. Rombouts.