Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Subdiakonaat

betekenis & definitie

De subdiaken is de helper van den diaken, hij bekleedt de laagste der vier hoogere orden. Het s. is niet van goddelijke doch van kerkelijke instelling, derhalve geen sacrament doch sacramentale. Het s. komt in het Westen het eerst voor bij den H. Cyprianus (f 258) en den H.

Cornelius (f 251), in het Oosten bij den H. Athanasius (f 373) en op de Synode van Antiochië (341). Oorspr. behoorde het s. (nu nóg in het Oosten) tot de mindere orden; sinds de 12e eeuw in het Westen tot de hoogere. Liturgische functies van den subdiaken zijn: het assisteeren in de Mis, de zorg voor de heilige vaten, het wasschen van het altaarlinnen, dat met de Eucharistie in aanraking komt, het zingen van het Epistel.In het Oosten is de functie der subdiakens vrij onbeduidend in vergelijking met het Westen, doch meer in overeenstemming met die in de Oudheid.

Voor de wijding van den s., zie → Wijdingen (Heilige, sub Liturgie).

Lit.: Reuter, Das Subdiakonat (1890); Eisenhofer, in: Handb. d. lit. (I, 392 ; II, 366 en 385 ; 1932). Over het s. bij de Grieken, zie: Ech. d’Orient (1910, 22-24 en 80 vlg.). Verwilst.

< >